18 12 20

De man achter ‘Leve de kerk’: 365 dagen een kerk uitgelicht

Een jaar lang een kerk in de spotlights op ons Twitter- en Facebookaccount. U heeft vast wel één of meerdere foto’s en verhalen over kerken voorbij zien komen. 365 dagen, 365 kerken. Een groot deel van deze verhalen zijn geschreven door Harm Woelinga. Harm zat ongeveer zeven jaar, tot 2010, in de redactie van het donateurstijdschrift Keppelstok. Wie is die man achter deze interessante stukjes van 200 woorden?

Harm komt uit Veenwouden. Schrijven, geschiedenis en kerken boeien hem enorm. Ze vormen een goede combinatie, want zo is hij medeauteur hij het boek ‘350 jaar hervormde kerk Veenwouden’. Hij dook in de geschiedenis van de kerk die in 1648 werd gebouwd. In 1998 kwam het boek uit. Ook schreef hij diverse dichtbundels geïnspireerd op zijn privéleven.

Daarnaast fotografeert hij graag. Bijna alle monumentale kerken in Friesland heeft hij bezocht en zelf vastgelegd. ‘Wanneer het mooi weer is, bezoek ik wel 10 à 15 kerken op een dag’, aldus Harm. Kerkhoven en baarhuisjes legt hij eveneens vast. Hij verzamelt alle krantenknipsel over kerken en met name informatie over restauraties. ‘Ik heb zelf ook veel foto’s van voor en na een restauratie.’

Welke kerk zijn favoriet is? Dat vindt hij lastig te zeggen. ‘In het voorjaar raakt de prachtige kerk van Stiens mij, dit in combinatie met het kerkhof vol stinzeflora. Het perfecte plaatje. Daarnaast zijn er nog een aantal kerkinterieurs die mij blijven verwonderen: Kimswerd is zeker een hoogtepunt, maar ook Weidum en Britsum. En niet te vergeten de kleine, minder bekende kerkjes van Huins en Lutkewierum met de petroleumlampen. Ik vind het ook prachtig om te zien hoe een kerk weer allure krijgt na een restauratie zoals de kerken van Surhuisterveen en Nieuwehorne.’

Na 42 jaar in het onderwijs werkzaam te zijn geweest, moet hij in 2019 om gezondheidsredenen stoppen en wordt gedeeltelijk arbeidsongeschikt. Voor zijn re-integratie klopt hij aan bij de Stichting Alde Fryske Tsjerken. ‘Ik wilde graag weer iets voor de stichting, die ik een warm hart toedraag, betekenen.’ In februari dit jaar wordt hij met open armen ontvangen. Hij wordt onder andere gevraagd om de kerkverhalen voor social media over te nemen en voor de rest van het jaar te schrijven. Hij krijgt een lijst met plaatsnamen waarmee hij aan de slag gaat.

Het is een behoorlijke klus, maar Harm is direct enthousiast. ‘Alles wat met kerken te maken heeft is een hobby van mij, dus ik had enorm veel zin om daar mee aan de slag te gaan.’ Maar liefst 220 van de 365 kerken heeft Harm beschreven. Zijn eerste verhaal gaat over de toren van Easterwierrum en is op 25 mei gepubliceerd. Het laatste verhaal op 31 december gaat over de kerk van Zweins. Het is op alfabetische volgorde.

Per dag schrijft hij een aantal teksten. ‘Dan ga ik er echt even voor zitten’. Per verhaal is hij ongeveer een uur bezig, soms wat korter. ‘Over de ene kerk weet ik meer dan het andere.’ Voor de input van zijn teksten boort hij diverse bronnen aan. Internet biedt veel informatie, maar ook de boeken van historicus Peter Karstkarel, artikelen uit het donateursblad en mijn eigen archief vormen de basis voor de teksten. ‘Ik maakte eerst een ruwe opzet. Vaak had ik veel te veel informatie, maar ik wist het uiteindelijk terug te brengen tot het max aantal woorden.’

Harm is blij dat hij op deze manier een bijdrage heeft kunnen leveren aan de stichting. ‘Het behoud van kerken vind ik ontzettend belangrijk. Wanneer een kerk uit het dorp verdwijnt, is het hart eruit. Harm maakt zich wel zorgen over de leegloop van veel kerken en hoopt dat de stichting zoveel mogelijk kerken kan redden. Hij realiseert zich ook dat er een groot spanningsveld zit. Ik ben in ieder geval blij dat stichting haar best doet de kerken nieuw leven in te blazen en ik waardeer de inzet van de PC’s enorm.’