Stel je voor, je gaat 3 dagen wandelen langs de Waddenkust en start 's ochtends vroeg in een kerk op de route. Je meldt je bij de Plonsdames, bewoners die elke week even een duik in de Waddenzee nemen, en warmt je daarna in de kerk op met een kopje koffie. Na deze verfrissende ochtend kan je wandeling beginnen.
Met bovenstaand beeld wil ik graag illustreren hoe je straks het nuttige met het aangename kan combineren als de wandel- en fietsroutes van kerk tot kerk langs de Waddenkust een feit zijn. Ondertussen ben ik, Ruth ter Voort, alweer een maand of 7 bezig om het project te ontwikkelen. Een prachtige opdracht en een geweldig doel om mensen uit te nodigen en te faciliteren bij het zoeken en vinden van meer plaatsen om te kunnen bezinnen in combinatie met het creëren van oog en waardering voor ons erfgoed.
Een project dat nu al op veel draagvlak en enthousiasme kan rekenen met twee solide en uiterst betrokken initiatiefnemers, namelijk de stichtingen Alde Fryske Tsjerken en Groninger Kerken met daarbij hun trouwe en betrokken achterban van de plaatselijke commissies. De samenwerking breidt zich langzaam verder uit met partners zoals Visit Wadden, Waddengastronomie, Waddenvoedsel, Sence of Place en tal van anderen.
Met het initiëren van lokale netwerken, rondom de aangrenzende kerken op de route, kunnen de wandelaars straks bij mensen thuis eten, slapen, bezinnen, de lokale bevolking ontmoeten en ook hun bagage van slaapplaats naar slaapplaats laten vervoeren. Alle inkomsten die hiermee verdiend worden, zijn voor de aanbieders zelf: de dorpelingen!
Ik verheug me ontzettend op de tijd die komen gaat. We werken er met zijn allen hard aan om de financiële middelen bij elkaar te krijgen zodat we het project kunnen realiseren. Naast hard werken is het nu nog even dagdromen en fantaseren over de routes die gaan komen. Droom jij nog even met mij mee?
Je loopt door naar je volgende bestemming en eindigt deze dag in de kerk waar je bij een kopje thee de podcast van deze kerk beluisterd. Met o.a. geluidsfragmenten en interviews luister je naar wat deze kerk te vertellen heeft. Daarna geniet je van een vers bereide warme maaltijd bij dorpsbewoners thuis en slaap je de nacht in een lokale B&B. De volgende ochtend open je de meditatie- en inspiratiegids en doe je een aantal oefeningen die Kim Tsai voor je heeft op geschreven. Deze bewustzijnsoefeningen zullen je vandaag helpen om gedachtes in je hoofd tot rust te brengen en je te focussen op waar je bent, wat je ruikt, proeft en ziet. En je uiteindelijk antwoord geven op de vraag; ‘hoe gaat het eigenlijk met je?’. In de meditatiegids staan diverse oefeningen die je deze dag naar eigen inzicht kan doen, maar natuurlijk ook als je later weer thuis bent. Zo zit er een bijzondere oefening in waarbij je een brief aan de Waddenzee schrijft en ook echt verstuurt. Deze brieven worden gebundeld door Kim Tsai voor haar project Living Letters. In dit project verzamelt zij brieven met boodschappen voor kinderen. Wat wil je nalaten aan (je) kinderen, wat zijn belangrijke individuele belevenissen die volwassenen aan (hun) kinderen mee willen geven? Deze brieven worden in een andere kerk langs de Waddenkustroute geëxposeerd. In de middag loop je door naar de kerk waarin je vanavond ook gaat slapen. Maar eerst ga je mee met een natuurexcursie naar het Dark Sky park om onder begeleiding van een gids meer te leren over de donkerte en de sterren in dit Werelderfgoedgebied. Op je laatste wandeldag loop je via één van de landschapsobjecten van Sence of Place naar je laatste kerk van je wandel3daagse en bekijk je 2 korte animatiefilms met verhalen, sages of mythes over het Wad. Met een aangenaam rustig en tevreden gevoel en 3 waddenzeekleikralen (1 per kerk waar je bent geweest) als aandenken aan je armband, ga je weer naar huis. Eenmaal thuis kun je niet wachten om je wandeling snel te vervolgen en ben je stiekem het vervolg al aan het inplannen. “Alleen de plek waar je te voet was, ben je ook echt geweest”, Goethe, filosoof
Wil je reageren op dit project of wil je meedoen? Mail naar Ruth via ruth.tervoort@frysketsjerken.nl
“Wie zijn jullie en wat willen jullie uitstralen?” Met deze vraag ging Henrieke Snijder vanuit Kweekvijver Noord enkele maanden geleden aan de slag om een nieuwe huisstijl te ontwikkelen voor onze stichting. En dat is gelukt. Een nieuwe huisstijl die naar ons idee aansluit bij de nieuwe geluiden in onze oude kerken. Hoe is Henrieke tot dit ontwerp gekomen, wat heeft haar geïnspireerd en hoe heeft ze haar keuzes gemaakt? Hierover zijn we kort met haar in gesprek gegaan.
Henrieke is 24 jaar en oorspronkelijk afkomstig uit Katlijk waar ook onze Thomaskerk staat. Een leuk detail; Henrieke is vroeger in deze kerk gedoopt. Tegenwoordig woont ze in Groningen waar ze net haar studie vormgeving aan de Academie Minerva, cum laude heeft afgerond. Inmiddels is ze vier dagen in de week aan het werk voor een bureau als Grafisch Vormgever en daarnaast is ze één dag in de week aan de slag als freelancer.
Voordat Henrieke aan de slag ging met het ontwerpen van de nieuwe huisstijl is zij met verschillende medewerkers van de stichting in gesprek gegaan over de opdracht. Dit om een goed beeld te krijgen van actuele thema’s en de koers van de stichting om deze zo goed mogelijk mee te nemen bij het ontwerpen van een nieuwe huisstijl. Hieruit kwam de volgende conclusie. “Als stichting zijn jullie veel bezig met vernieuwing; kerken worden gebouwen. Een kerk is niet meer een kerk die alleen in gebruik is op zondag, maar het wordt ook een ontmoetingsplek, open voor iedereen en in te vullen op verschillende wijzen. In jullie nieuwe huisstijl is het belangrijk dat dit idee weerspiegelt wordt. In ons gesprek kwam naar voren dat jullie open staan voor alles en het belangrijk is dat er een goed verhaal achter het nieuwe logo zit. De nieuwe huisstijl moet bij de oudere doelgroep passen, maar ook bij jongere doelgroepen. Kernwoorden die jullie hebben meegegeven zijn; samen, open, mienskip, vernieuwing en libbene stiennen.”
Hoe is Henrieke met deze opdracht aan de slag gegaan? Hierop gaf Henrieke aan dat ze is gaan nadenken en naar haarzelf als persoon is gaan kijken. “Hoe ervaar ik een kerk en hoe denk ik dat andere mensen kerken ervaren? Wat zijn elementen en gevoelens die bij een kerk horen?” Op basis van die vragen is ze inspiratie op gaan doen en gaan brainstormen. Hier had ze niet heel veel tijd voor nodig. Henrieke gaf aan dat ze eigenlijk vrij snel was geïnspireerd. Opdrachten waarbij een vernieuwing of modernisering plaatsvind spreken haar namelijk zeer aan. Daarna is ze aan de slag gegaan met het maken van verschillende schetsen.
Vanuit deze schetsen zijn drie verschillende concepten ontwikkeld waarvan de huidige variant is gekozen. Waarom is er door de stichting voor het huidige concept gekozen? Directeur Hester Simons geeft aan: “Er is voor dit voorstel gekozen omdat Henrieke zich heeft laten inspireren door de ramen in onze – veelal – romaanse kerken. De ramen stonden volgens haar voor vensters waardoor men naar de kerk kan kijken, als een metafoor voor het diverse gebruik van onze kerken. De vorm kan ook gezien worden als een deur, zoals een open kerkdeur waardoor eenieder van harte welkom is om binnen te komen. Daarbij is het kleurenpalet verbonden aan de kleuren en de omgeving van onze kerken: het oranje van de stenen en het groen van de kerkhoven en de natuur.”
Oranje stiennen, Omjouwing grien, Âld blau en Tsjerken beige. Dit is hoe Henrieke de kleuren heeft benoemd in haar ontwerp. Naast groen en oranje zullen dus ook de kleuren beige en blauw gebruikt gaan worden in de nieuwe huisstijl. Waarom is er voor deze kleuren gekozen? Henrieke legt hierover uit; “Naast groen om de kerk heen en de oranje stenen van de kerk, zie je in heel veel kerken de kleur beige terugkomen op bijvoorbeeld de muren aan de binnenkant of de vloeren. Blauw kom je niet tegen in de kerk, maar is een referentie naar de oude huisstijl waarin blauw prominent aanwezig was. Vandaar ook de benaming: Âld blauw.”
Wij zijn als stichting zeer tevreden met de look die Henrieke voor ons heeft ontworpen en kijken er naar uit om de nieuwe huisstijl in de loop van 2023 door te gaan voeren in al onze communicatie uitingen.
Het was mijn eerste stageweek in de Emmastate te Leeuwarden. Samen met Hester Noordhuis, office & event coördinator, zochten we een specifiek boek in het magazijn – een negentiende-eeuwse Statenbijbel met prenten van Gustave Doré. De vele bijbels, afkomstig uit de zeventiende tot de negentiende eeuw, waren verzameld in verhuisdozen. Uiteindelijk wist Hester onze Doré-bijbel te vinden, waarmee we vervolgens naar het restauratieatelier Frisian Colorists & Restorers in de nabijgelegen Blokhuispoort zijn gewandeld. De stapels antieke boeken van de stichting en hun restauratie zouden de komende drie maanden mijn aandacht vragen.
Mijn naam is Luc den Hartog. Ik ben 26 jaar en sta op het punt mijn bachelor geschiedenis aan de Rijksuniversiteit Groningen af te ronden. Het christelijk erfgoed van Nederland is altijd al mijn primaire interessegebied geweest. Gedurende mijn opleiding heb ik ook een passie voor monumentale kerkbouw gecultiveerd. Om mijn opleiding af te sluiten besloot ik daarom stage te lopen bij Stichting Alde Fryske Tsjerken (SAFT). Ik had totaal geen beeld van de interne werkzaamheden van een erfgoedinstelling, dus het stageplan was hoofdzakelijk verkennend. Wat is de dagelijkse gang van zaken? Waar krijg je allemaal mee te maken? Is het überhaupt iets voor mij? Met dit soort leervragen ben ik de stage ingegaan. Uiteindelijk is het afgelopen halfjaar uitgegroeid tot een bijzonder vruchtbare periode in mijn schoolcarrière.
Begin september viel ik met mijn neus in de boter. Tijdens het eerste gesprek, op de eerste stagedag, kreeg ik te horen dat er recentelijk een opdracht binnen was gekomen waar ik intensief aan zou mogen meewerken. In 2021 zijn er tien oude bijbels van de SAFT gerestaureerd. Nu is het streven om uiteindelijk iedere kerk van de stichting (en dat zijn er wel vijfenvijftig!) te voorzien van een gerestaureerde bijbel. Om de nodige financiën te werven, moest de stichting met een plan de campagne komen. Aan mij de opdracht om zo’n plan te vervaardigen. Ik heb de inventarislijsten doorgenomen, mij verdiept in de geschiedenis van de Statenvertaling, verscheidene kerken bezocht en een historiserend restauratieadvies geschreven. Hierin behandel ik alle bijbels van een kerkgebouw, waarna ik vervolgens, uitgaande van de historische meerwaarde, adviseer één daarvan te restaureren.
Op basis van mijn plan-van-aanpak is er toezegging gedaan voor het project en mijn restauratieadvies wordt binnenkort als officiële aanvraag ingediend. Dit was voor mij een heel bijzonder moment. Ik studeer al vier jaar geschiedenis, maar dit specifieke onderzoek heeft een wezenlijk rendement. De SAFT is straks namelijk in staat weer een reeks kostbare heiligboeken te laten restaureren. Het is een hele gewaarwording, plotsklaps zelf ook een bescheiden effect op het Nederlandse erfgoed te hebben! En zoiets geeft erg veel voldoening. Zowel de SAFT als de stad Leeuwarden zijn mij erg goed bevallen. Het zal niet verbazen dat mijn overtuiging werkzaam te willen zijn in de erfgoedbranche alleen maar aan kracht heeft gewonnen. Inmiddels hebben de stapels bijbels en liedboeken uit het magazijn ook een fraaie plek verkregen in het statige kantoor van directeur Hester Simons – een mijns inziens passende allegorie voor een verdienstelijke stageperiode.
Wakker worden in een slaapzakje midden in een oude kerk. Voor deze zomer had ik dat nog nooit gedaan, maar binnen een paar dagen ben ik er aan gewend geraakt. Vijf dagen lang heb ik een deel van het Friese Jabikspaad op de fiets afgelegd en ‘s nachts in vijf verschillende kerken van de Stichting Alde Fryske Tsjerken geslapen. Wat heeft die tocht mij gebracht?
Wat ik gelijk merkte was dat, hoewel ik snel was gewend aan de stilte van de kerken en het reizen alleen, de overgang naar het ‘gewone leven’ een stuk minder soepel ging. De week na mijn reis dacht ik terug aan de omgeving en de praktische overwegingen die mij op mijn pelgrimstocht geleid hadden: vroeg opstaan, de route uitstippelen, spullen inpakken, op de fiets springen en meteen de weilanden zien… In plaats daarvan keek ik ‘s ochtends uit het raam tegen het centrum van Groningen aan en moest ik aan de slag met mijn studieplan. Ik miste mijn kleine avontuurtje. Bij langere pelgrimstochten is dit een bekend verschijnsel: veel pelgrims kampen met de ‘Camino blues’ bij hun terugkeer. Zo was ook mijn reactie niet ongewoon; net als veel anderen begon ik namelijk gelijk te dagdromen of ik volgende zomer niet een langere tocht kan ondernemen. Misschien wel een Jabikspad door heel Nederland of zelfs echt de Camino.
Vanwaar die aantrekkingskracht? De eenvoud van een pelgrimage is zeker een belangrijk onderdeel. Je hoeft geen ingewikkelde keuzes te maken, na te denken over je werk of je zorgen te maken over de politiek. In plaats daarvan ga je terug naar de basis: goed eten, goed slapen, goed voor jezelf zorgen en goed voorbereid zijn. Bovendien breng je veel tijd door in de natuur en minder in grote steden; dat kan een verademing zijn. Vooral als je even een uitweg zoekt uit het drukke stadsleven. Daarnaast zijn er natuurlijk de mensen die je onderweg ontmoet en de prachtige verhalen die ik heb gehoord over de kerken waarin ik overnachtte.
Uiteindelijk was het voor mij iets anders wat dit kerkentochtje zo bijzonder maakte. Ik heb het al eerder benoemd in deze blogs: het voelde als een doelbewuste keuze om al mijn stress op pauze te zetten. Tegen al mijn stress, prestatiedruk en zorgen over de toekomst, zei ik heel duidelijk: stop. In het dagelijks leven is het maar al te makkelijk om pauzes over te slaan. Ik zie dat constant bij mijn vrienden en collega’s en maak me er zelf ook schuldig aan. ‘s Avonds nog wat mailtjes beantwoorden en toch af en toe doorwerken in het weekend. Het is verleidelijk en lijkt soms wel de standaard te zijn. Maar dat mag het eigenlijk niet zijn, want als jij zelf niet op de rem trapt, dan doet je lichaam dat wel voor je en zit je al snel met gezondheidsproblemen waar je niet altijd makkelijk vanaf komt.
Rust is belangrijker dan je denkt. En, merkte ik, het gaat lang mee. Al was dit maar een weekje aan rust, ik zag duidelijk hoeveel baat ik erbij had en hoe ik mij gesterkt voelde door het idee dat ik de keuze voor rust kan maken. Rust nemen kan natuurlijk op veel manieren: een wandeling maken, een boek lezen, samen of alleen, het is maar net wat goed bij je past. Maar een pelgrimage is zo bijzonder omdat het vervlochten is met spiritualiteit. Helemaal voor mensen die zich al verbonden voelen met religie of spiritualiteit is een pelgrimstocht een uitgelezen kans om zich te verdiepen in die gevoelens en gedachten. Daarbij is het natuurlijk prachtig om ‘s nachts te kunnen slapen in een kerk, om je geborgen te voelen op een plek die veel voor je betekent, en om ook daar de ruimte te hebben om na te denken over wat voor jou belangrijk is. Daarom vind ik het zo’n mooi initiatief van de Stichting om dit mogelijk te maken.
Ondertussen ben ik alweer een paar maanden volop bezig met mijn studie, mijn scriptie en mijn werk, maar ik ben dus zeker van plan om binnenkort weer iets vergelijkbaars te ondernemen. Ik ben nog lang niet klaar met pelgrimeren- dit was nog maar een voorproefje! Over die volgende avonturen ga ik uiteraard ook voluit schrijven, dat is inmiddels een wezenlijk onderdeel van het proces geworden voor mij. Natuurlijk hoop ik dat ik misschien iemand geïnspireerd heb om dit ook te proberen; ik kan het zeker aanraden! Iedereen verdient namelijk een fijne plek om op adem te komen wanneer het leven voorbij lijkt te razen. Om dan de hakken in het zand te zetten en voor jezelf op te komen, om te nemen wat je nodig hebt, dat is niet altijd makkelijk. Maar wel heel belangrijk!
Vanochtend word ik (tegen mijn zin) vroeg wakker. Eigenlijk ben ik elk uur wakker geworden, want de kerkklok is zo enorm luid dat zelfs ik, een vermoeide pelgrim met een grote behoefte aan nachtrust, elke keer weer wakker schrik. Voor lichte slapers zijn oordoppen zeker aanbevolen in de Gertrudiskerk van Peins! Toch kan zelfs mijn onderbroken slaap mijn goede humeur niet verpesten, want wanneer ik mijn ogen open doe zie ik de eenvoudige donkere houten preekstoel waar ik vannacht onder sliep. Dat ik dit mooie, kleine kerkje heel even voor mij alleen mag hebben, maakt veel goed.
Het is alweer mijn laatste pelgrimsdag! De route voert mij naar Jorwert vandaag, naar de Sint-Radboudkerk. Het weer is prachtig; zodra de zon wat schijnt stap ik op de fiets. Peins ligt iets buiten de route, dus mijn eerste taak is om naar Franeker te fietsen en daar weer de Jabiksbordjes te vinden. Dat lukt gelukkig snel. Vandaag merk ik wel dat het af en toe opletten is met de markeringen langs de weg: die zijn namelijk bedoeld voor de wandelroute, en die komt niet altijd overeen met de fietsroute. Ze sturen me dan ook de Leonserpolder op, die met de fiets niet begaanbaar is. Gelukkig kan je in het boekje het Jabikspaad, verkrijgbaar bij Stichting Jabikspaad Fryslân, zowel fiets- als wandelroutes vinden. Maar het kerkje aan de Leonserpolder heeft wel een stempelpost, dus die heb ik mooi meegenomen. Zie de foto voor een deel van mijn stempelverzameling!
Langs mijn route kom ik volop dieren tegen. Eerst zie ik een aantal prachtige donkere paarden, die gelijk op mij afwandelen om geaaid te worden. Daarna zie ik twee hazen in het veld. De ene haas duikt ineen als hij mijn fiets hoort, de ander spitst zijn oren en kijkt nieuwsgierig mijn kant op. Was ik nu snel onderweg geweest naar mijn werk of was ik met mijn koptelefoon op verzonken geweest in gedachten, dan had ik ze nooit gezien of gefotografeerd. Maar deze week let ik zo goed op mijn omgeving en zit ik zo in de rust, dat ik ze gelijk opmerk en van de fiets stap om beter te kijken. Ik let niet eens op de dingen waar ik normaal gesproken over pieker- dat is wat deze week mij brengt, denk ik. De tijd om bij te komen van een druk leven en de zorgen allemaal even op pauze te zetten.
Na impulsief nog een omweg te hebben genomen omdat de zon nou eenmaal zo lekker schijnt, kom ik dan toch aan in Jorwert. De Sint Radboudkerk is één van de grotere van mijn tocht, en er is van alles te zien. Een kleurrijke knutselboom vol wensen voor Oekraïne. Een tafel met boeken en foldertjes over de kerk en de omgeving. Een gigantisch gedicht op de muur, genaamd Huis om stil te zijn. In het gastenboekje staan de onvermijdelijke grapjes over Geert Mak (in de stijl van “Ik kwam hier kijken of God alweer terug is, maar nee”), die van Jorwert enigszins een toeristische trekpleister heeft gemaakt. Bovendien is de Sint Radboudkerk misschien wel de meest luxe kerk waar ik ben verbleven. Niet alleen de standaard waterkoker is hier aanwezig, ook is de keuken voorzien van een koelkast en zelfs een fornuis! Wat een weelde voor mijn laatste kerk. Ideaal, want ik moet toegeven dat ik wel weer toe ben aan dat soort alledaagse gemakken, die je normaal gesproken voor lief neemt.
‘s Avonds maak ik nog even een wandeling door het dorp. De wilde wolkenluchten en een felle zonsondergang zijn perfect te zien wanneer je, net buiten het dorp, tussen de weilanden staat. Een lieve kat komt wat kopjes halen- wat een idyllische avond. Behalve dat ik mijn haar moest wassen in de wasbak van de keuken, want een douche is er natuurlijk niet. Maar laten we dat detail even vergeten en dan was dit de ideale afsluiting van een bijzondere week.
In het donker loop ik terug naar de kerk, waar ik mijn kaarsje uitblaas en me in mijn slaapzak nestel. Geheel tot rust gekomen, comfortabel in mijn eigen gezelschap. Ik val in slaap terwijl ik denk aan de woorden uit het gedicht op de muur:
Uit woordenvloed ben ik gekomen,
Genaderd tot de bron van rust;
Niet om er zomaar weg te dromen
Maar stil te zijn naar hartelust.
Praktische checklist van de kerk:
Stretcher | ✓ |
Slaapzak / dekens | |
Waterkoker | ✓ |
Koelkast | ✓ |
Fornuis | ✓ |
Nachtlampje | |
Toilet | ✓ |
Vanochtend word ik wakker in de relatief luxe Jacobskerk, met mijn nachtlampje en een voorraad thee naast mijn veldbed. Van de kerkklok word ik niet wakker, daar lijkt wat mis mee te zijn; hij is in ieder geval stil geweest sinds ik ben aangekomen. Ook mijn wekker heeft me niet geholpen, want mijn telefoon heeft het in de enorme regenbui van gisteren moeilijk gehad en heeft nu allerlei kuren. Gelukkig, denk ik nu, gelukkig hebben mijn ouders mij een fietsrouteboekje meegegeven! Daar kan ik nu op vertrouwen, het zielig flikkerende scherm van mijn mobieltje geeft niet veel hoop aan de digitale pelgrim. Toch werd ik stipt om 7 uur wakker. Kennelijk is mijn lichaam daar al snel aan gewend.
Misschien is het wel mijn snotterige hoofd dat mij al vroeg heeft gewekt, want ik ben niet ongeschonden uit de urenlange regen van gisteren gekomen: ik voel me niet helemaal fit vandaag. Voor het eerst besluit ik daarom om niet te veel toe te voegen aan de route van St. Jacobiparochie naar Peins, waar ik vannacht slaap en in plaats daarvan heel rustig aan te doen. Ik wil immers wel mijn pelgrimstocht afmaken en niet mezelf onnodig uitputten. Dus lees ik ‘s ochtends rustig mijn boek uit en breng ik hem daarna terug naar het bibliotheekje aan de andere kant van de straat. Gelukkig is het weer flink opgeklaard vandaag. Ik sla mijn fietsrouteboekje open en schrijf de knooppunten op in mijn notitieboekje, die in mijn frametas zit, zodat ik er gelijk bij kan. Meer voor de zekerheid dan uit echte noodzaak, want op de route zijn er meer dan genoeg bordjes die mij de weg wijzen! Zie de foto onderaan voor een voorbeeld.
Halverwege de ochtend stap ik rustig op de fiets en mijn plan is om veel te pauzeren. Wanneer ik een mooi plekje zie, maak ik daar dankbaar gebruik van en neem pauzes om een boek te lezen. Het boek van vandaag is De Camino van Anya Niewierra, dat leek mij wel zo toepasselijk. Ebooks zijn trouwens een aanrader, want dan kan je op je telefoon of ereader lezen zonder het gewicht van een dik boek in je tas. Overigens was De Camino dan wel gerelateerd aan pelgrims, maar ondertussen ook een flink spannende thriller, dus voor de meer relaxte pelgrim niet per se een aanrader. Voor een ontspannende ervaring is The Old Ways: A Journey on Foot een leuke. Of als je het leuk vindt om meer naar buiten gericht te zijn, tijdens je reis, koop dan een mooi boekje over wildplukken, zoals In de Berm. Wie weet kan je onderweg wat kruiden plukken voor een kopje thee.
Dat is ook het onderwerp dat in mij opkomt terwijl ik zit te lezen in het gras: de vraag of ik mij tijdens mijn pelgrimstocht vooral naar binnen wil richten, om na te denken, of juist aandacht wil geven aan de natuur, aan de omgeving en het landschap. Misschien ligt de eerste optie meer voor de hand als je denkt aan pelgrimeren, maar toch probeer ik om dat niet al te veel te doen. Ik heb zelf sowieso al de neiging om tijdens fiets- en wandeltochten helemaal in mijn gedachten te leven en over van alles en nog wat na te denken. Dan, opeens, ben ik al bij mijn bestemming aangekomen, terwijl ik helemaal niet heb gelet op de prachtige dingen om mij heen. Ik merk dat de camera die ik bij me heb daar wel bij helpt: ik kijk steeds om me heen, zoekende naar een mooi plaatje. De pelgrimstip van vandaag, ga dus lekker aan de fotografie als je minder wil piekeren!
Ik wijk wel even uit naar Franeker om boodschappen te doen, want daar is de dichtstbijzijnde supermarkt. Gelijk koop ik ook een extra joggingbroek, zodat ik niet meer in mijn bemodderde sportbroek hoef rond te lopen. Op zich is het een goed idee om minimalistisch te zijn in je bepakking, helemaal als je niet veel ervaring hebt met bepakt wandelen of fietsen, maar een extra setje kleding voor noodgevallen is altijd handig. Pelgrimstip: de vuistregel is dat je maximaal 10-20% van je eigen lichaamsgewicht zou moeten dragen op een wandeling; ben je een beginner, ga dan aan de lage kant zitten. Weeg in ieder geval je rugzak van tevoren en doe een keer een testwandeling of -fietstocht met bepakking!
Vandaag heb ik in ieder geval geen last van mijn bepakking: het is een zeer relaxte dag vol met rust, urenlange leespauzes en om 4 uur fiets in Peins in. Let op, kerkbezoeker! In Peins zijn er twee kerken: de Gertrudiskerk en het Kerkje van Peins. Het Kerkje van Peins is een oude verbouwde kerk, die nu dienst doet als een B&B; de Gertrudiskerk is de kerk van de SAFT waar je als pelgrim kan overnachten. Het is een klein, middeleeuws kerkje met een nieuwere kerktoren. En die kerktoren is misschien wel het opvallendste aan de kerk; het is namelijk zo’n lage toren dat de kerkklok enorm luid is. Ik ben benieuwd hoe goed ik ga slapen vannacht! Gelukkig staat mijn bedje helemaal aan de andere kant van de kerk: ik slaap vanavond onder de preekstoel. Daar nestel ik mij al vroeg in mijn slaapzak, met mijn boek in de hand, in de weet dat morgen mijn allerlaatste pelgrimsdag is.
Praktische checklist van de kerk:
Stretcher | ✓ |
Slaapzak / dekens | |
Waterkoker | ✓ |
Koelkast | |
Fornuis | |
Nachtlampje | |
Toilet | ✓ |
Vandaag is de tweede ochtend dat ik wakker word op een veldbedje midden in een middeleeuwse kerk. Het voelt wat gek: ik zie kerken normaal gesproken als een plek van reflectie en bezinning, nu moet ik ook in hele praktische termen denken. Is er een fornuis? Waar kan de stretcher handig staan? Toch kom ik juist daardoor ook dichterbij het materiële aspect van dit erfgoed: ik stel me de kou voor waarin mensen eeuwen geleden ‘s winters in de kerk hebben gezeten, en de dagen dat de kerkklok luidde om een overlijden aan te kondigen.
Deze dag wordt de praktische kant van de kerk als onderdak extra belangrijk, want het gaat regenen vandaag. Wanneer ik ‘s ochtends even naar buiten stap, is het al druilerig. Hier al de eerste pelgrimstip: van tevoren zoek ik via Google Maps wat schuilplaatsen op voor onderweg; een sportveldje met een kleine overkapping, een restaurant of een bibliotheek. Vandaag gaat de tocht naar Sint Jacobiparochie, maar gisteren vertelde iemand mij over de kustroute die je ook kan fietsen. Dus wil ik eerst 20 kilometer van die route doen en dan 20 kilometer naar het restaurant de Zwarte Haan, waar ik ga lunchen met Hester Noordhuis van de stichting. Daarna zal ik doorfietsen naar Sint Jacobiparochie.
Het eerste uur regent het zachtjes, wat eigenlijk wel prettig is na de warmte van de afgelopen dagen. Als een mist trekken de buien over het land en dus stop ik regelmatig om foto’s te maken van wilde wolken en grijze luchten. De kustroute is fijn fietsen, hoewel ik verrast word door kuddes schapen waar ik me doorheen moet banen. Na een uur draai ik om en fiets ik 20 kilometer naar de Zwarte Haan. 20 kilometer die ik niet snel zal vergeten. Een echte plensbui teistert mijn tocht, tot mijn mouwen vollopen met water en de regen mijn rugzak indrupt. Soms moet ik een hekje openmaken voor ik weer verder kan, hekjes waaronder zich enorme modderige regenplassen vormen. Daar moet ik doorheen banjeren en dus accepteer ik mijn lot maar.
Kortom, om 12 uur arriveer ik doorweekt en redelijk smerig bij de Zwarte Haan, dat recht aan het Jabikspaad ligt. Mijn kleding wordt uitgewrongen en Hester en ik gaan recht naast de verwarming zitten, waar ik haar wat updates geef over de tocht. Ze raadt mij aan om de kerk in Sint Annaparochie te bekijken, dus daar fiets ik na de lunch eerst heen; gelukkig is de regen weer wat afgezwakt. De Van Harenskerk is inderdaad een interessante kerk, een achthoekig gebouw vol houtsnijkunst en oude rijkdom waar Rembrandt van Rijn nog getrouwd is.
Eindelijk ga ik dan toch richting St. Jacobiparochie, het eigenlijke beginpunt van het Jabikspaad. Eenmaal daar aangekomen, zie ik dat de Jacobskerk totaal anders is dan de kerkjes waar ik tot nu toe ben geweest. Deze is veel moderner, 19e-eeuws, en heeft zich ook bewust als pelgrimskerk geprofileerd. Bij de andere kerken weten mensen uit de buurt soms niet dat je er als pelgrim kunt overnachten, maar hier is dat niet te missen. Tegels in de vorm van een Jacobsschelp liggen voor de deur, er is een stiltecentrum én zelfs een informatiecentrum voor pelgrims aanwezig in de kerk, die tegenwoordig breder dienst doet als cultureel centrum. Er liggen mappen met informatie over zowel het Jabikspaad als de Camino in z’n geheel en ook een boekje over de geschiedenis van de kerk. Als ook jij het Jabikspaad wil lopen of fietsen, raad ik van harte de Jacobskerk aan als beginpunt. Niet alleen is er dus informatie te over, ook is de kerk voorzien van (bijna) alle gemakken: koelkasten (met inhoud, die je tegen betaling mag nuttigen), waterkokers, stopcontacten en zelfs nachtlampjes naast je bed. Een zachte landing voor de beginnende pelgrim, of voor de pelgrim die onderweg kletsnat is geregend en klappertandend naar binnen struikelt. Er is ruimte om al mijn natte kleren over de verwarming te laten drogen en ik zet ontzettend veel thee om me langzaamaan weer op te warmen.
Schuin tegenover de Jacobskerk ontdek ik een klein straatbibliotheekje: zo’n kast langs de weg waar je boeken kan achterlaten en meenemen. Ik ontdek het boek A Man Without Words, over een gebarentolk die een dove man het concept van taal probeert aan te leren. Dat boek neem ik mee om vanavond te lezen en morgen zet ik het dan weer terug. Eenmaal terug in de kerk zit ik dus urenlang behaaglijk te lezen, opgekruld in mijn slaapzak met mijn nachtlampje aan. De sfeer is wel enorm anders ‘s nachts: omdat de kerk een stuk moderner is, ontbreekt het gevoel van ontzag dat ik had in de andere kerkjes en dat ik lag te slapen in eeuwenoud erfgoed. Nu slaap ik niet boven grafkelders of onder een preekstoel, maar wel in een mooi cultureel centrum.
Praktische checklist van de kerk:
Stretcher | ✓ |
Slaapzak / dekens | ✓ |
Waterkoker | ✓ |
Koelkast | ✓ |
Fornuis | |
Nachtlampje | ✓ |
Toilet | ✓ |
Op dinsdagochtend word ik vroeg wakker in mijn slaapzak boven de grafkamers van Swichum en stap om half 7 alvast even de kerk uit. Het kerkje van Swichum staat buiten de huidige kern van het dorp en dus kan je vanaf de begraafplaats kilometers uitkijken over de weilanden. Ochtendmist sluiert nog over het land, twee haasjes rennen door de velden. Ik voel me vanochtend rustiger dan gisteren nu ik deze eerste nacht eigenlijk helemaal niet eng vond. Ik heb het gevoel dat dit echt een week kan worden waarin ik ontspan, tot rust kom en alle stress van het dagelijks leven even van me af zet. Een reset voordat het nieuwe academische jaar weer begint; even een week die echt alleen voor mij is bedoeld.
De etappe van vandaag gaat naar Britsum, maar ik voeg een stuk van de Elfstedenroute toe - ook een aanrader. Overigens fiets ik deze eerste paar dagen eigenlijk de route van het Jabikspaad verkeerd om. Dat zit zo: in Friesland bestaat er een westelijke en oostelijke route, die allebei vanuit Sint Jacobiparochie naar beneden lopen en bij elkaar komen in Irnsum. Ik wilde die routes graag allebei fietsen om zoveel mogelijk kerkjes mee te pakken en dus fiets ik nu de oostelijke route omhoog. Daarna fiets ik de westelijke route naar beneden - zie de afbeelding.
Eerst fiets ik volgens de route naar Leeuwarden, waar ik wat eten koop en ga brunchen in een park. Pelgrimstip: de oostelijke route loopt door Leeuwarden, de westelijke door Franeker en verder naar het zuiden loopt de route ook door Heerenveen. Je komt dus af en toe onderweg een stad tegen waar je kan inslaan wat je nodig hebt: pleisters, een bandenplaksetje, extra kleren, je bent niet voor langere tijd alleen aangewezen op de buurtwinkels van kleine dorpjes.
Na Leeuwarden pak ik een stuk van de Elfstedenroute vanaf het Leeuwarder Bos, dat in de jaren 90 is aangeplant. Daar kom ik mijn eerste rustpunt tegen: een container te midden van een bloemenweide, met toilet, stromend water, thee en koffie en zelfs een EHBO-kit en bandenplaksetje. Aanrader voor de pauzerende pelgrim! De zon brandt vanmiddag in mijn gezicht, dus ook de schaduw die het bos biedt is mij welkom.
Langs de Dokkumer Ee laat ik heel even mijn rustige aanpak varen en zoef ik over het smalle fietspaadje- verder is er toch niemand. Ik fiets tot Tichelwurk en dan besluit ik om Stiens even te bezoeken voordat ik verder ga naar Britsum. Daar vind ik de Sint Vituskerk, een van de oudste kerken van Friesland. En leuk feitje, in de middeleeuwen was dit de zusterkerk van de hoofdkerk van Leeuwarden, waar nu nog slechts de toren van over is: de Oldehove. Toevallig is de kerk vandaag geopend en dus word ik verwelkomd door twee vrijwilligers die staan te praten met een groepje mensen. Een bezoeker wil graag op het orgel spelen- dat mag. Terwijl we luisteren, vertelt één van de vrijwilligers me dat ze, wanneer ze buitenlandse kerken bezoekt met haar man, altijd Friese kerkliederen zingt. Zo neemt ze haar geloof en haar erfgoed met zich mee, waar ze ook is.
Dan ga ik eindelijk richting Britsum, waar ik eerst nog een tijd lig te lezen in een grasveldje; de zon schijnt nog steeds. Wanneer het tijd is om me naar de Johanneskerk te begeven sta ik eerst een kwartier voor de verkeerde deur voordat het in me opkomt om aan de andere kant te kijken. Daar staat inderdaad mijn gastvrouw op mij te wachten! Vannacht, laat ze me zien, lig ik te slapen onder het orgel. Ook word ik nog bezocht door een vrijwilliger van de lokale kerkcommissie, Wietse. Tijdens zijn rondleiding mag ik in alle hoeken en krochten van de kerk kruipen en alles bekijken. We zien de beroemde fresco’s van de kerk en het imposante klokwerk, dat aan restauratie toe is, waarna we op smalle laddertjes omhoog klimmen tot we boven de gewelven staan. In de oorlog verborgen zich hier onderduikers, vertelt Wietse. Ik kijk omhoog, waar een klein opgevouwen vleermuisje hangt te slapen.
Weer beneden hoor ik nog zo’n spannend verhaal. Bij de kerk hoort een eeuwenoude bijbel, met zilver beklonken, van onschatbare waarde. Zo waardevol dat hij bewaard bleef in een kluis van de stichting. Maar begin deze eeuw werd daar ingebroken en werd de bijbel gestolen. Die zien we nooit meer terug, dacht het opgeschrokken dorpje. Maar jaren later gebeurde er iets onverwachts. Op een veiling had een oplettende bezoeker gezien dat er een met zilver beklonken bijbel verkocht zou worden waar Britsum op stond en trok aan de bel bij de kerkcommissie. Met behulp van de politie is de bijbel in beslag genomen en weer in veiligheid gesteld; gelukkig geheel intact. Een ongelofelijk toeval dus, dat de kerk de bijbel weer heeft teruggekregen.
Na allerlei avontuurlijke verhalen aangehoord te hebben, installeer ik mij in de kerk en kijk ik nog eens even rond. Er zijn twee tentoonstellingen in de kerk: één ervan draait om schilderijen van lokale uitzichten, de ander om keramiek. In Stiens had ik wat simpel eten gekocht, want ik ga ervanuit dat in de kerken geen fornuizen beschikbaar zijn- dat is hier inderdaad het geval. Dus doe ik het met eenvoud deze week: fruit, repen, cup-a-soupjes en instant noodles. Want, pelgrimstip twee van vandaag: een waterkoker is er namelijk bijna altijd wél in deze kerken.
‘s Avonds wandel ik nog even door Britsum. Vlakbij de kerk is er een doorkijkje op het land- in de verte brandt een kampvuur en heel vaag hoor ik het geroep en gelach van de groep die er omheen zit. Grappig, ik heb met veel vrienden over deze week gepraat en vaak was hun zorg om ‘helemaal alleen’ een week op tocht te gaan. Toch was vandaag gevuld met gesprekken en vertellingen, en voel ik mij helemaal niet eenzaam. Ik heb juist het idee dat ik meer en meer ruimte heb voor mezelf.
Praktische checklist van de kerk:
Stretcher | ✓ |
Slaapzak/dekens | ✓ |
Waterkoker | ✓ |
Koelkast | |
Fornuis | |
Nachtlampje | ✓ |
Toilet | ✓ |
Op een maandagmiddag stapte ik voor mijn ouderlijk huis in Heerenveen op de racefiets. Een tas op mijn rug en een tas aan mijn fiets, met alle spullen die ik de week die ging komen nodig had: kleding, slaapzak, oplader, veldmatje, handdoek… volgens mij had ik alles bij me. Echter mijn vader drukte me nog snel een fietsrouteboekje in handen. “Dan kan je nooit verdwalen.” Mijn telefoon in een houdertje aan het stuur, dit zodat ik de route makkelijk kon bekijken.
Afgelopen augustus heb ik een deel van het Friese Jabikspaad gefietst; een Nederlandse tak van het pelgrimspad naar Santiago de Compostela, waar men het graf van Jakobus de Meerdere kan bezoeken. Het Friese pad heeft namelijk een interessante bijzonderheid: er staan een aantal zogenaamde refugio aan, kerken van de Alde Fryske Tsjerken die onderdak aanbieden aan pelgrims. Dat leek mij, een redelijk gestreste student die aan haar laatste jaar op de universiteit begint, een ideale manier om tot rust te komen. En dus fietste ik vijf dagen door het Friese landschap en sliep ik vijf nachten in vijf verschillende kerken.
De route van dag 1: van Heerenveen naar Swichum. Op de fiets zoek ik naar de juiste gemoedstoestand en denk ik na over de redenen om een pelgrimstocht te ondernemen. In het verleden was dat vaak om jezelf fysiek en mentaal te testen en zo je geloof te bewijzen, of om boete te doen voor je zonden. Tegenwoordig hebben mensen vaak een bredere spirituele motivatie: om in contact te komen met de natuur of om zelf tot rust te komen, en even uit het hectische alledaagse leven te stappen. Juist die alledaagse zorgen nestelen vandaag nog stevig in mijn hoofd. Mis ik werkmails, pieker ik, heb ik echt mijn oplader wel meegenomen? Ik voel mezelf naar binnen keren en doe mijn best om me juist naar buiten te richten, op het Friese landschap. Groene weilanden met biddende valkjes en sluipende katten. Zo ver kunnen kijken dat de verte een blauwe waas heeft. Ik begin rustiger te fietsen en spreek met mezelf af dat ik stop wanneer ik iets moois zie, om de camera te pakken, die ik heb meegenomen of om even te lezen.
Na 20 kilometer neem ik even rust. Met bagage fietsen valt me ineens vrij zwaar en ik realiseer me nu gelijk waarom. De eerste pelgrimstip: investeer in een goede rugzak met een heupband, zodat je niet je schouders onnodig belast. Mijn schouders en nek waren niet blij met mijn dagelijkse rugzak. Tijdens mijn pauze zie ik ook gelijk iets wat typisch is voor het platteland: een sluier van regen trekt over het land naar mij toe. Buien kan je hier van ver aan zien komen. Gelukkig is het maar een korte zomerse bui, waar ik niks tegen heb.
Na een korte omweg kom ik aan bij Wirdum, een dorpje vlakbij mijn eerste kerk, waar een supermarkt is. Let op, noordelijke pelgrims: in Friesland is in verband met de zondagsrust lang niet alles op maandag open, maar deze supermarkt wel. Daar doe ik dus wat simpele boodschappen, waarna ik alvast naar het kerkje fiets. De kerken worden steeds voor mij open gedaan op een vooraf afgesproken tijdstip door een beheerder, maar ik ben veel te vroeg. Dus lig ik nog urenlang te lezen in het grasveld in één van de kleine boekjes die ik bij me heb, over religieuze iconografie, totdat ik de beheerder aan zie fietsen.
Hannie Schuurman, de ambassadeur (zoals ze het graag noemt) van de kerk, opent de deuren en leidt me rond. Ze heeft tijdens corona het beheer overgenomen, wat natuurlijk niet bepaald een makkelijke periode is geweest. Gelukkig kunnen er nu weer activiteiten georganiseerd worden in de kerk: niet alleen diensten en bruiloften, maar ook lezingen en bijeenkomsten over rouwverwerking, een thema dat haar nauw aan het hart ligt. Ze geeft me een aantal boeken over de geschiedenis van de kerk, waar ik gelijk in duik.
De kerk is in de 13e eeuw gebouwd en is daarmee één van de oudste in Friesland. Wat vooral opvalt van buiten is dat de kerk zo vaak is verbouwd en gerestaureerd dat het een soort collagekerkje is: nieuwe ramen overlappen met dichtgemetselde deuren, stenen lijken verkeerd te zijn teruggelegd, en één goudkleurige baksteen is schijnbaar willekeurig in het bouwwerk verschenen. Tijdens de restauratie in 1997 zijn er ook oudere onderdelen herontdekt, zoals de piscina: een nis waar de priester zijn handen kon wassen. Ook kwam men er tijdens die restauratie achter dat één van de steunberen de kerk niet meer steunde, maar juist scheef trok. Daarom is die verwijderd. Al wordt de steunbeer nog wel herdacht. Nu staat er namelijk een steen naast de kerk waar, nu nauwelijks meer zichtbaar, de woorden in zijn gegraveerd: hier stond een beer, hij is niet meer. Mijn favoriete detail van deze eerste kerk.
‘s Avonds krijg ik zodra ik mijn internet aanzet allemaal appjes binnen. Hoe is het? Ben je goed aangekomen? Vind je het niet griezelig? Goed, ja, nee. Gelijk maar weer op niet storen, zodat ik me kan richten op mezelf. Maar nee, ik vind het echt niet eng, realiseer ik me opgelucht. Ja, er ligt een kerkhof om het gebouw heen, en ja, de stretcher die voor me klaar ligt, staat recht boven de grafkelder. Toch voel ik me volkomen op mijn gemak terwijl ik mijn slaapzak uitrol en mijn kleine reiskussentje opblaas. Er overvalt me zelfs een euforisch gevoel. Ik, hier, alleen in een eeuwenoude kerk. Schrijvend, fotograferend, nadenkend. Deze week mag ik mij verdiepen in onderwerpen die ik fascinerend vind - religie, geschiedenis, erfgoed - terwijl ik alle tijd van de wereld heb om te lezen, te ontdekken en rond te fietsen. Wat een geluk! Ik ga in kleermakerszit op de koele stenen van de kerk zitten en kijk op naar de preekstoel en voel me geborgen in dit kerkje, dat mensen gebouwd hebben voor hun geloof en hun gemeenschap. Mijn bestaan is klein, denk ik, maar wat is het bestaan toch ook groot.
Praktische checklist van de kerk:
Stretcher | ✓ |
Slaapzak/kussens | ✓ |
Waterkoker | ✓ |
Koelkast | ✓ |
Fornuis | |
Nachtlampje | |
Toilet | ✓ |